Fruit krijgt tegenwoordig veel aandacht als een goede leverancier van vitaminen, mineralen en andere bijzondere stoffen. Dit zijn de 'bioactieve substanties'; ze beschermen de mens tegen ziekten. Maar fruit is meer dan een aanvulling op de dagelijkse voeding. Het is een volwaardig voedingsmiddel dat – verpakt in koolhydraat – natuurlijke suikers levert.
Soorten suiker
Natuurlijke suikers? Inderdaad, want er moet onderscheid worden gemaakt tussen natuurlijke suikers, zoals ze in voedingsmiddelen voorkomen en toegevoegde suikers uit een fabriek, waaronder kristalsuiker, bruine rietsuiker of bietsuiker.
Natuurlijke suikers komen vooral voor in fruit, bessen, meloenen en in mindere mate in noten en zaden. Ze zorgen voor een goede vertering en een perfecte suikerstofwisseling.
Toegevoegde suikers worden uit riet of biet geïsoleerd, al dan niet geraffineerd en bevatten geen mineralen, vitaminen of andere hulpstoffen en worden in hoge concentraties en grote hoeveelheden aan voedingsproducten toegevoegd.
Verschil in suikeropname
We lezen in kranten, tijdschriften en in gezondheidsboeken steeds vaker dat we uiterst voorzichtig moeten zijn met ‘suikers’. Echter, veel auteurs maken geen onderscheid tussen natuurlijke en toegevoegde suikers. Door deze ondoordachte en onjuiste informatie wordt zelfs het gebruik van gezond fruit, zoals appels of bananen, afgeraden of men adviseert er beperkt gebruik van te maken. Wat een onzin, om een belangrijke en noodzakelijke voedingsstof af te raden!
Want als we een appel eten worden de natuurlijke suikers op een efficiënte manier vrijgemaakt en traag in het bloed opgenomen, zodat de bloedsuikerspiegel nauwelijks stijgt. Als we daarentegen een koekje, gebak of een ander voedingsproduct eten waaraan industriesuiker is toegevoegd, dan ontstaat er in het verteringsstelsel een krachtige reactie met gisting tot gevolg. De meeste mensen kennen dat opgeblazen gevoel wel, na het eten van een zoet dessert op volle maag.
Fruit, bessen, meloenen en andere vruchten leveren enkelvoudige suikers die we meteen en moeiteloos opnemen. Granen (brood, deegwaren, gebak enz.) bevatten vooral zetmeel: een vorm van complexe suikers die eerst afgebroken moeten worden tot dubbele en vervolgens tot enkelvoudige suikers. Dit proces kost erg veel energie.
Onderscheid kan worden gemaakt tussen natuurlijke suikers en toegevoegde suikers.
Ziekteverwekker
Industriesuiker gaat na het innemen meteen ‘op zoek’ naar de ontbrekende elementen en rooft zo calcium en magnesium uit onze botten en tevens de talrijke vitaminen van het B-complex. Osteoporose en andere botziekten worden hieraan toegeschreven.
Door het ontbreken van ballaststoffen, zoals ruwe vezels, stijgt de bloedsuikerspiegel snel en moet de pancreas dringend insuline vrij maken om deze te normaliseren. Hierdoor ontstaat het gevaar dat de pancreas het na een tijd begeeft en er suikerziekte opdoemt.
Voedingsdeskundigen bevestigen dat toegevoegde suikers in voedingsproducten bijzonder slecht zijn voor de gezondheid; ze zijn een belangrijke oorzaak van talrijke ziektes. Ook de WHO en andere gezondheidsorganisaties wijzen terecht op de gevaren van een te hoge suikerconsumptie, die in Europa varieert tussen 38 en 50 kg (!) per persoon per jaar. (*)
Vezels
Fruit bevat natuurlijke suikers die in water zijn opgelost. Samen met de mineralen en een grote hoeveelheid vitaminen uit het B-complex worden zij gemakkelijk door het lichaam geabsorbeerd.
Bovendien worden die suikers door de aanwezigheid van vezels traag opgenomen, zodat men spreekt van een gunstige ‘glycemische index’. Door de trage opname van de suikers voorkomt men suikerziekte. Maar wie al suikerziekte heeft, moet uiteraard voorzichtig omspringen met suikerrijke voedingsmiddelen, dus ook met fruit.
Fruit heeft door de aanwezigheid van ballaststoffen – zoals die vezels – een gunstige invloed op de darmwerking en zorgt voor een goede ontlasting. Mensen met een vervuilde of zieke darm krijgen daarom gemakkelijk diarree bij het eten van fruit. Ze moeten eerst een darmsanering laten doen voor ze op fruit kunnen overschakelen.
Verschil in rijping
Hou er rekening mee dat wat het rijpingsproces betreft er twee soorten fruit zijn, namelijk: climacterisch en niet-climacterisch.
Tot het climacterisch fruit behoort onder andere banaan, avocado, peer, perzik, kiwi en tomaat. Climacterisch fruit plukt men volgroeid, maar is nog groen en onrijp. Het grote voordeel is dat dit fruit in huis narijpt, zodat men altijd rijp fruit eet. Tijdens het rijpingsproces wordt het zetmeel omgezet in enkelvoudige suikers.
Tot het niet-climacterisch fruit horen de vruchten die rijp geplukt worden en niet narijpen zoals ananas, citrusvruchten, de meeste bessen en meloen. Als deze vruchten onvoldoende rijp geoogst worden, wat soms gebeurt, blijven ze onrijp en onprettig van smaak.
Zoetstoffen
Omdat steeds meer mensen zich bewust worden van de gevaren van suikers, schakelt men gemakkelijk over op zoetstoffen. Men vergeet echter dat een zoetstof weliswaar een zoete smaak oplevert, maar geen suikers en geen energie.
Voedingsdeskundigen zijn het er over eens dat minstens 65 % van de calorieën door koolhydraten geleverd moet worden. Koolhydraat, een bestanddeel van natuurlijke suiker, is het voedsel voor de hersenen, voor het zenuwstelsel en voor de spieren. Toegevoegde suikers putten het zenuwstelsel juist uit.
Eet dagelijks fruit
Begin de dag met een fruitontbijt en schakel regelmatig over op een fruitmaaltijd, al dan niet gecombineerd met yoghurt. En als u nog niet gewend bent om fruit te eten, leer het dan langzaamaan. Veel mensen aten vroeger nooit fruit, maar hebben het leren eten en willen het niet meer missen.
Probeer het fruit traag te eten, liefst in stukjes of schijfjes snijden en dan langzaam, goed kauwen. De suikers komen dan het beste vrij.
Banaan is overigens de meest suikerrijke vrucht en daarom erg voedzaam. Ze is rijk aan magnesium en voorkomt daardoor spierkrampen. De banaan is uitzonderlijk rijk aan kalium, wat zorgt voor een bloeddrukverlagende werking. De banaan is ook wateruitscheidend, wat gunstig is voor het lichaamsgewicht.
Fruit eet men bij voorkeur los van andere voedingsmiddelen. Een uitzondering geldt voor yoghurt of slagroom (slagroom combineert een groot volume met een laag gewicht en het bevat weinig melkvet). In de horeca heeft men de neiging om fruit in een salade toe te passen, maar dat is niet zo goed. Fruit verteert namelijk op een heel andere manier dan de groente in een salade. Eet daarom eerst het fruit en pas daarna de groente.
Fruit kan men uit het vuistje eten, in een fruitsalade, fijn gemixt tot een fruitmoes of geperst tot sap. Fruit in blik of in bokaaltjes is erg duur en bevat meestal voedingsadditieven zoals kleur-, smaak- en bewaarstoffen. Bovendien, voor dat geld koopt u heel wat vers fruit! Het is dan handig om ‘met de seizoenen mee’ te gaan, zo koopt u telkens het beste fruit tegen de laagste prijs. En … uiteraard geven we de voorkeur aan biologische producten.
Jan Dries