In deze stap leer je hoe je op een eenvoudige manier ontspanning creëert in je hele lichaam. Je maakt kennis met de lemniscaat: een horizontale acht, het oneindigheidsteken; een symbool dat al sinds eeuwen bestaat. Bij Beweeg bewust met ismakogie gebruik je regelmatig oefeningen en bewegingen met een acht. Deze kun je in het dagelijkse leven heel vaak toepassen.
Waarschijnlijk heb je meestal een volle agenda en ga je zonder onderbreking van de ene activiteit naar de andere. Juist daarom is het belangrijk om regelmatig korte momenten van ontspanning te creëren, waar en wanneer je bezig bent. Dit kan overal zijn: op je werk, onderweg, thuis of op reis. De oefening met een liggende acht is daarvoor heel geschikt.
De horizontale acht
De lemniscaat, een horizontale acht, is een eeuwenoud symbool dat verwijst naar het oneindige, naar voortdurende ontwikkeling van evenwicht en balans. Bij ismakogie maak je veelvuldig gebruik van oefeningen met een acht. Het zijn doorlopende bewegingen zonder inspanning en je bereikt ook diepliggende spieren in je lichaam.
Ik leid je met de volgende kleine oefeningen naar het uiteindelijk maken van ‘achtjes’ in je lichaam. Ik laat je zien dat je alleen door het verplaatsen van je lichaamsgewicht tijdens het staan al ontspanning creëert.
Je gaat zijwaarts bewegen, als 'een halm in de wind’. Doe het volgende:
- Ga staan in de juiste houding, ontspannen, voeten op heupbreedte.
- Ga met je aandacht naar één voet en voel hoe deze stevig op de vloer staat.
- Ga met je aandacht naar de andere voet en voel hoe deze stevig op de vloer staat.
- Beweeg nu heel langzaam heen-en-weer, van de ene voet op de andere.
- Je beweegt nu als een halm in de wind.
- Je zorgt met je lichaamsgewicht aan de ene lichaamszijde voor aanspanning. Tegelijkertijd in de andere lichaamshelft voor ontspanning.
- Zorg dat de halm recht blijft, zodat aanspanning en ontspanning in je hele lichaam doorwerken.
Doe deze oefening nu van voren naar achteren.
Doe het volgende:
- Verplaats je lichaamsgewicht van de tenen naar de hielen en andersom.
- Voel de wisseling van aan- en ontspanning.
- Voel hoe je lichaam aanspant, met je lichaamsgewicht meer op de hielen.
- Ontdek de aanspanning in je bovenbenen, buik en billen.
- Merk op dat je niet omvalt, omdat je spieren je staande houden.
Bij jonge kinderen zie je dezelfde bewegingen, als ze beginnen met staan en lopen. Zoals de veertien maanden oude Fréderique net begint te staan en haar eerste stappen zet. Je ziet hoe ze met haar lichaam de balans zoekt en nog heen-en-weer schommelt. Uiteindelijk heeft ze haar balans gevonden en staat ze rechtop. Deze samenwerking van de spieren wordt nu in het spiergeheugen vastgelegd en gaat daarna als vanzelf. Zo hebben we allemaal geleerd om te staan.
Maak nu een rondje langs de zogenoemde ‘steunpunten’. Gebruik de steunpunten bij de grote en kleine teen, en bij de hiel, als oriëntatiepunten.
Voor de leesbaarheid noem ik alleen de grote teen, de kleine teen en de hiel, in plaats van elke keer het woord ‘steunpunt’ te gebruiken.
Doe het volgende:
- Ga staan in de juiste houding.
- Begin met je aandacht bij een van je grote tenen.
- Verplaats je lichaamsgewicht van de grote naar de kleine teen en de hiel.
- En vervolgens hetzelfde naar de hiel van de andere voet.
- Ga door naar voren, naar de kleine en verder naar de grote teen.
- Maak nu rondjes om de steunpunten.
- Let bij het rondjes maken op de juiste houding, blijf rechtop staan.
Zodoende lopen de rondjes om de loodlijn, de middenas van je hele lichaam. Tegelijkertijd zijn spieren actief in je hele lijf, van je voeten tot en met je kruin. Het gevolg is een constante wisseling van aanspanning en ontspanning.
Doe het ook andersom.
Voer nu een vervolgoefening uit. Maak ‘achten bij je voeten’.
- Begin altijd bij een grote teen.
- Verplaats langzaam het lichaamsgewicht naar je kleine teen en naar je hiel. Let op: ga van je hiel schuin naar voren, naar de grote teen van de andere voet.
- Ga door naar de kleine teen en naar de hiel.
- Ga altijd van de hiel schuin naar voren, naar de grote teen van de andere voet.
- Maak nu een acht bij je voeten.
- Let bij het achtjes maken op de juiste houding, blijf mooi rechtop staan. Zodoende lopen de achtjes om de loodlijn van je hele lichaam. Je spieren zijn actief in je hele lijf, van je voeten tot en met je kruin. Je creëert nu doorlopend aanspanning en ontspanning, zonder je in te spannen.
- Herhaal het voorgaande, ontdek en voel wat er in je lichaam gebeurt.
Let op: Begin de achtjes altijd voor bij de grote teen en verplaats je lichaamsgewicht altijd zijwaarts naar de kleine teen en dan naar de hiel. Zo blijft ook je hele lichaam mooi rechtop staan.
Door de subtiele bewegingen met achtjes, raakt het lichaam nooit overbelast. Zonder dat je jezelf moet inspannen, zorg je voor een constante aanspanning en ontspanning. De bewegingen kun je zo klein maken dat niemand het ziet. De achtjes werken door in je hele lichaam, en je bereikt er ook de diepliggende spieren mee.
Beweeg je met je lichaam in horizontale achten, dan heeft dit invloed op je hersenen. Bij het maken van horizontale achten, verbind je tegelijkertijd beide hersenhelften. De analytische en rationele kant zit links en stuurt je rechter lichaamshelft aan. Hier zit je daadkracht. De emotionele kant zit rechts en stuurt je linker lichaamshelft aan. Hier zit je creativiteit. De wisselwerking tussen je rationele en emotionele hersendelen bevordert harmonie en balans in je lichaam.
Helene is kunstschilderes, zij staat vaak achter haar schildersezel. Door het vele staan, krijgt zij last van haar knieën en onderrug. Zij gebruikt nu ook de acht bij haar voeten. Helene: ‘Als ik weer spanning voel in mijn knieën en onderrug, dan maak ik weer achtjes. Ik begin heel bewust met de achtjes bij mijn voeten, en dan gaat het als vanzelf. Ik kan er nu zelfs bij schilderen. De oefening wordt routine, en de spanning verdwijnt.’
Horizontale achten voelen ook heel prettig als je lang moet zitten. Je maakt de achtjes bij je voeten en ontdekt dat je bovenlichaam ook in beweging komt.
Maak ‘Achtjes tijdens het zitten’. Doe het volgende:
- Ga zitten in de juiste houding, op een stoel of krukje.
- Ga met je aandacht naar je voeten en maak daar achten.
- Begin altijd bij een grote teen en ga door naar de kleine teen en de hiel.
- Ga van je hiel schuin naar voren, naar de grote teen van de andere voet.
- Voel hoe je lichaam meebeweegt.
- Het worden nu achtjes om je billen en om je zitbotjes.
- Doe dit vooral heel langzaam en blijf de bewegingen herhalen.
- Voel de beweging van de acht, groot om je billen.
- De achtjes worden heel klein, als je aan je zitbotjes denkt.
Als je de beweging om je billen heel groot maakt, werkt je hele bovenlichaam mee in grote achten. Maak je de beweging heel klein om je zitbotjes, dan beweegt je bovenlichaam nauwelijks. In het begin denk je hier nog bij na. Door regelmatig te oefenen, sla je de oefening op in je geheugen en gaat deze uiteindelijk als vanzelf.
Train je spiergeheugen
Alle bewegingen die je leert, worden opgeslagen in je spiergeheugen. Door heel bewust nieuwe oefeningen en bewegingen te leren, programmeer je je spiergeheugen en zodoende ontstaat een nieuwe gewoonte. Je zult ervan versteld staan, hoe makkelijk het gaat. Het zit dan in je systeem.
Maak overal achtjes, wanneer je rustig staat. Lukt het niet meteen, doe dan af en toe de 'halm in de wind’-oefening, of speel eerst met het ‘rondje om je steunpunten’. Je denkt eraan en het gaat steeds makkelijker en als vanzelf. Blijf ook zittend oefenen met de achtjes, groot of klein.
Doe wat je zelf prettig vindt.
Angelika van der Schilden
www.moveeasy.eu