Artikelen

Holistisch kinderarts legt het uit

Zo werkt ons zelfgenezend vermogen

Judith Kocken werkt als kinderarts, gespecialiseerd in maagdarmleverproblemen. Ze is initiatiefnemer van Kinderbuik&Co, een praktijk met een holistische gezondheidsvisie. Aan de hand van talrijke voorbeelden uit haar praktijk, laat Judith zien dat je zelf alles in huis hebt om jezelf te helen. Leer met begrip en compassie naar jezelf te kijken en creëer zo de ruimte voor je eigen genezing. Je maakt de weg vrij voor een gezonde relatie met jezelf en met anderen.

 

Op het spreekuur komt Eline, een scholiere van 17 jaar. Al een paar jaar heeft ze steeds vaker last van buikpijn en misselijkheid. Eline zit in haar eindexamenjaar en ervaart stress door de lessen die nu online gegeven worden, vanwege Covid. Sinds kort heeft ze een vriendje. Ze is daar erg welkom, maar Eline heeft soms toch ruzie met hem of zijn moeder.

Al met al worden buikpijnklachten er niet minder van, een afspraak werd dus gemaakt. Eline neemt haar moeder mee. Tijdens het spreekuur valt op dat moeder regelmatig naar buiten kijkt en niet echt betrokken lijkt te zijn. Eline kijkt dan naar haar moeder en vervolgens naar mij. Wanneer ik vraag of er iets speelt, zegt moeder: ‘Er is volgens mij helemaal niets aan de hand, ik doe wat ik kan.’ Eline huilt en zegt door haar tranen heen: ‘Zo is ze altijd.’

 

Gebroken gezin

Later vertelt de moeder van Eline dat de vader, kort na de geboorte van Eline, het gezin heeft verlaten vanwege een relatie met iemand anders. Ze hebben sindsdien weinig contact. En als Eline haar vader dan eindelijk een keer zou zien, kwam hij te laat of was hij de afspraak vergeten.

Moeder is, na zeventien jaar, nog steeds boos over wat haar ex heeft gedaan. Ze klaagt over haar leven, waarin ze alleen staat in de zorg voor haar dochter. Ze heeft moeite om mensen te vertrouwen. Moeder projecteert haar wantrouwen en machteloosheid op andere mensen en ervaart veel ‘gedoe’ in haar leven.

 

Onveiligheid als comfortzone

Wanneer een jong kind opgroeit in dergelijke omstandigheden en ervaart dat het nooit (helemaal) veilig en welkom is, dan beschouwt het kind die onveiligheid als ‘normaal’. Het kind raakt er aan gewend. Een jong kind hecht zich altijd aan de ouders of verzorgers, zelfs indien de omstandigheden onveilig zijn. Onveiligheid wordt dan de comfortzone, maar is tegelijkertijd een voedingsbodem voor het ontstaan van chronische klachten op latere leeftijd.

 

Afwijzing geeft de grootste pijn; indien een kind niet wordt gezien, gehoord of gesteund in het voelen van wat er is, wordt deze impactvolle gebeurtenis verplaatst naar het onderbewuste geheugen en zijn overlevingsmechanismen nodig om verder te kunnen. Zo ontstaat overleven in plaats van veilig leven. Overleven is mogelijk voor Eline door zich terug te trekken of door het uiten van kritiek, door te klagen, door af te wijzen. Allemaal om te voorkomen dat ze zelf wordt afgewezen. Eline is gewend geraakt aan de thuissituatie zoals die is. Maar juist doordat ze welkom is in het gezin van haar vriendje, raakt ze uit balans, wordt ze uit haar comfortzone gehaald. Daardoor is de buikpijn en misselijkheid toegenomen en ‘niet meer te dragen’, zoals ze zelf zegt.

 

De ‘inner being’

Het lichaam is ontstaan en gegroeid in relatie met onze omgeving: de omstandigheden,

onze ouders en onze fysieke en emotionele ‘voeding’. Wanneer er langdurige klachten zijn – in dit voorbeeld de buikpijn – dan vraagt het lichaam via die klacht aandacht voor de onderliggende oorzaak.

Het lichaam staat doorlopend in verbinding met ons denken en onze emoties, met de ‘inner being’. Bij Eline is, als gevolg van een impactvolle jeugd, de verbinding tussen het lichaam en die inner being verbroken. Vanwege een afwezige vader en een emotioneel niet beschikbare moeder is zij zichzelf en anderen gaan afwijzen, net als haar ouders dat bij haar deden in de beleving van Eline. Zo is bij haar de overtuiging ontstaan: ‘Zie je nu wel, niemand houdt van me.’

 

Behandelplan

In de medische behandeling staat het ‘thuiskomen bij jezelf’ centraal. Erkenning van Elines overlevingsreis tot nu toe, en contact maken met het verlangen wat eronder ligt (je geliefd en veilig voelen) is de ‘gouden sleutel’.

We hebben aandacht voor Elines dapperheid, zoals ze was en nu is. We maken een plan hoe ze zich kan gedragen wanneer ze welkom en geliefd is. Een plan om zichzelf niet langer te beoordelen en te veroordelen. Een plan voor wat er nodig is om jezelf te zijn.

 

Ademhalingsoefeningen helpen bij het (weer) contact maken met de opgeslagen oude pijn in het lichaam en bij het doorvoelen van die oude pijn. Ook helpen ze bij het ‘plaats geven’ van het verdriet, als gevolg van het gemis van haar ouders die ze als kind zo nodig had maar die niet beschikbaar waren.

 

Met behulp van blaadjes op de grond doen we een familieopstelling. Eline ervaart wat er bij haar vader en moeder innerlijk speelde en zo ontstaat er ruimte voor compassie.

Er is ook aandacht voor het onterechte gevoel verantwoordelijk te moeten zijn voor het geluk van de ouders. Een kind is namelijk nooit verantwoordelijk voor de gevoelens van een ouder. Een kind mag leren om ‘nee’ te zeggen en vrij te zijn wie het is.

 

Zelfgenezend vermogen

Zodra het contact tussen het lichaam en de inner being weer voelbaar is, wordt het zelfgenezend vermogen geactiveerd. De ziel en het lichaam beschikken over een enorme veerkracht, over flexibiliteit en regeneratie-vermogen. Wanneer je jezelf geneest wordt de oude pijn in de loop van de tijd een litteken waar je comfortabeler mee kunt leven dan met een open wond.

De buikpijn van Eline is verdwenen, evenals haar gevoel van machteloosheid.

Je lichaam heeft kracht en wijsheid. Het geeft je duidelijke boodschappen over wat er speelt en wat er nodig is, in je lichaam en in je leven. Door te leren luisteren naar die boodschappen kun je wonderen verrichten voor je lichamelijke, emotionele, geestelijke, sociale en

spirituele gezondheid.

Judith Kocken www.kinderbuikenco.nl

Kaderkop

KaderbroodAccat aciatem nestotassit ium lit que derio to blab inum consent inverum fugit ilis mos ellitinci at utas mi, optat. Aribus, cum am, susant autatio te veratia desedignam, optatur iosante moditin verferum eatur, ut voluptae non re cusda perciat urempor eperundercia volorrum intias excerib eratem facerum rem volupta testet assimin ctatquia sit od molent. Mus et dolest fuga. Nem. Ant, et et, sum re nobitiis nietur sequunt. Est aceate pe nus as dolore, occum doluptu rioriae autem. Nam que nosandae pori dolorup taspelit volor moluptatures nesedit estrumq uatqui dis quam conesciuriae exerit, volupta tiosam qui rerro evel exceptas etumqui ut facessi tiorempor rercill atemolores doluptat es explam, sum sit as autem