Tuinieren wordt vaak ervaren als corvee. Het moet gebeuren omdat het erbij hoort. Dat onze zintuigen van alles waarnemen tijdens het tuinwerk zijn we ons niet meer bewust. Maar wieden, water geven en composteren kan ook stimulerend werken en een helende werking hebben. De auteur is tuintherapeut en begeleidt mensen die zijn vastgelopen in het leven. Hij doet dit in een hiervoor speciaal in-
gerichte tuin. Door hen bewust te laten kiezen uit meerdere tuinactiviteiten met verschillende mogelijkheden kunnen zij een diepere betekenis ervaren.
Roos is een 42-jarige vrouw met klachten over moeheid, slecht slapen en prikkelbaarheid. De laatste tijd ervaart zij steeds meer spanningen op haar werk en in haar gezin. Officieel is er een burn-out vast- gesteld. Roos is projectmanager van beroep. Ze werkte altijd hard maar twee maanden geleden is ze door haar werkgever met ziekteverlof gestuurd. In de tuin hoopt Roos door fysieke inspanning en de buitenlucht haar energie weer terug te krijgen.
Ik weet niet of het nut heeft
Op de eerste dag, als ze op de tuin komt, vertelt ze direct dat ze zich moe voelt en niet goed heeft geslapen. Zij zegt de afspraak te hebben gemaakt en wil die nakomen. Vervolgens geeft zij aan dat zij zich afvraagt of het nut heeft dat zij in de tuin komt werken want zij is erg moe.
Henk vertelt dat zij het in de tuin rustig aan kan doen en een extra pauze mag nemen als ze daar behoefte aan heeft. Verder wordt haar gevraagd of zij gedurende het werk haar zintuigen bewust wil aanzetten. 'Neem af en toe de tijd om stil te staan bij wat je ziet, hoort, voelt of ruikt om je heen.' Een aantal activiteiten worden genoemd en Roos maakt snel haar keuze. Ze wil graag een duidelijke activiteit en besluit om in haar eentje achter in de tuin een composthoop te bouwen. Roos: 'Door dit zware werk kan ik mijn conditie misschien snel terugkrijgen'. Henk laat zien waar de composthoop moet komen, welk tuingereedschap ze kan gebruiken en leg uit hoe je een composthoop kunt opbouwen. Daarna loopt hij naar een andere client.
Is er haast bij?
Als Henk later bij Roos terugkomt verzamelt zij gewied materiaal voor de composthoop. Ze heeft een grote schep in haar hand en staat naast een gevulde kruiwagen. Als Henk informeert hoe het met haar en de composthoop is, zegt Roos: 'Ik doe dit voor het eerst en ik moet nog wennen, maar dat moet gaan lukken. Zoveel werk is de composthoop niet, schat ik zo in. Of is er haast bij?'
Henk benadrukt dat er geen haast bij is en vertelt opnieuw hoe belangrijk het is om niet alleen doelgericht bezig te zijn, maar ogen, oren en andere zintuigen goed de kost te geven. Roos kijkt fronsend en gaat weer aan de slag. Omdat er verder geen vragen komen laat Henk haar weer alleen.
Zintuigen zijn een belangrijke bron van informatie als het gaat om interesse en voorkeur, ontdekken en uitproberen, maar ook als het gaat om het bewaken van eigen grenzen. Wanneer je deze signalen niet serieus neemt, verwaarloos je dit deel van jezelf. Je bent dan vooral met je hoofd bezig en je kunt hierdoor psychisch uit balans raken. Je eigen bevindingen, wensen en behoeften krijgen dan
onvoldoende aandacht. Om weer bewust gebruik te leren maken van de zintuigen moeten mensen er in het begin regelmatig aan herinnerd worden.
Veel werk en heel zwaar
Als Henk later terugkomt zegt Roos dat ze het veel werk vindt en heel zwaar. De riek met grote smalle tanden vindt ze gevaarlijk en het gewied materiaal ligt overal verspreid door de tuin. “Ik weet niet of ik het werk af krijg”, zucht Roos.
Zij denkt na over het werk dat ze doet en heeft haar oordeel hierover klaar. Ze spreekt haar mening eerlijk uit. Het werk is zwaar, gevaarlijk, veel, enz. En... er is nog iets waar Roos last van heeft.
Het werk is niet af
Aan het eind van de dag wordt Roos gevraagd hoe het met haar energie is en wat ze heeft ervaren met haar zintuigen. 'Hoe bedoel je? Ik heb het werk uitgevoerd zoals jij hebt uitgelegd. Dat het werk niet af is vind ik wel vervelend, logisch toch?'
Roos is teleurgesteld dat het werk niet af is. Haar prestatienorm dat het werk af moet zijn en volgens de instructies uitgevoerd, is bepalend. Voor haar zintuigen heeft ze hierdoor geen tijd. Wat het werk voor haar persoonlijk betekent, wat het met haar doet en hoe ze met die ongemakken kan omgaan krijgt geen ruimte en aandacht.
Contact door middel van 'tuintaal'
Om het contact met haar zintuigen te stimuleren worden vragen gesteld over wat zij heeft opgemerkt in haar omgeving.
Henk vraagt haar of ze de vogels heeft gehoord, de bloemen van de lathyrus heeft geroken en de bijen heeft gezien op de zonnebloemen. Roos reageert met verbazing en zegt dat dit volgens haar niet samen kan gaan. Dan had zij nog minder gedaan.
Henk heeft iets geraakt bij Roos, mogelijk heeft zij wel een en ander opgemerkt maar mag het geen aandacht krijgen. Als haar gevraagd zou zijn of ze wat gehoord had of gezien, geroken of gevoeld, zou ze waarschijnlijk antwoorden: 'Nee', of 'Niks speciaals'.
Nu hij concrete voorvallen uit de tuin benoemt, in zogeheten 'tuintaal', krijgen ze een open discussie. Roos heeft het wel opgemerkt maar het mocht geen aandacht krijgen.
Ze praten door over de eigenschappen van de lathyrus en de zonnebloem. Dit spreekt haar aan waardoor haar zintuigen ruimte krijgen. Hoe meer je in staat bent om je omgeving en je gevoel te observeren, hoe beter je in staat bent om je eigen mogelijkheden en wensen te leren zien. Haar reactie: 'Dat doe ik nooit, daar neem ik helemaal geen tijd voor. Dat wil ik de volgende keren uitproberen'.
Vaak gebeurt het dat wanneer mensen vooral doelgericht bezig zijn, hun zintuigen ondergesneeuwd raken. Je raakt steeds meer vervreemd van je gevoel en je zintuigen. Door Roos dit te laten ervaren wordt ze nieuwsgierig en stelt ze zich meer open.
Weer in gesprek met de zintuigen
De daaropvolgende keer worden Roos opnieuw verschillende activiteiten en mogelijkheden voorgehouden. Zij neemt nu meer tijd en aandacht om te luisteren naar wat de
mogelijkheden zijn. Ze kiest om te gaan zaaien en vraagt hoe ze dat moet doen. Henk vertelt haar dat zaden het liefst ontkiemen onder voor hen ideale omstandigheden. Dat is: voldoende vocht, voldoende ruimte, goede diepte, juiste temperatuur, tijd van het jaar, en andere factoren. 'Ze zijn best veeleisend', grapt Roos. Dat klopt, maar ze hebben alleen geen haast.
Ze wachten net zo lang tot die omstandigheden zich voordoen. Wij mensen kunnen die omstandigheden beïnvloeden waardoor het sneller gaat. Roos lacht weer en zegt: 'Ik vind dat best spannend, maar ik wil het toch proberen'. Een hele dag besteedt Roos al haar tijd en aandacht aan het zaaien van spinazie. Het is net of haar zintuigen in gesprek zijn met haar omgeving, zo betrokken als ze werkt. Ze maakt zelfs een klein kasje van plastic over de zaden zodat de vogels er niet bij kunnen. Roos vindt het heel leerzaam en neemt nu rustig de tijd voor het zaaien. Die zaadjes hebben ook geen haast. Zij zegt nu ook te denken dat dit bij haar werknemers ook zo gaat. Als zij er nog niet aan toe zijn dan lukt het haar toch ook niet om hen efficiënter te laten werken?
Nieuw inzicht
Doordat Roos meer naar haar zintuigen luistert, ontdekt ze wat haar werkelijk boeit. Zij werkt de hele dag aan haar project en heeft desondanks minder last van vermoeidheid.
Ze ervaart dat zij het eindresultaat wel kan proberen te beïnvloeden maar dat dit altijd afhankelijk blijft van de eigenschappen van de planten zelf. Het werk dat zij doet krijgt hierdoor veel meer betekenis dan dat het alleen 'af' moet zijn. Zij heeft geleerd dat het opbouwen van conditie samen moet gaan met je mogelijkheden. In plaats van alleen haar hoofd te gebruiken laat ze zich nu meer leiden door wat ze hoort, ziet en voelt. Door meer verbinding met haar zintuigen kan zij nu een relatie leggen met haar moeheid. Door meer naar haar zintuigen te luisteren krijgt ze meer begrip en kan ze meer openstaan voor wat er speelt in haar gezin en op haar werk.
Henk Blokhuis
henkblokhuis19@gmail.com
De tuin waarin gewerkt wordt is niet zomaar een tuin. Hij is zorgvuldig en met beleid aangelegd waardoor er een appèl wordt gedaan op de zintuigen. Er zijn diverse gewassen: kruiden, groenten,
fruitbomen en bloemen. Er is ruimte om afzonderlijk of gezamenlijk te werken. Er zijn bankjes om op te zitten en er is gelegenheid om te wandelen. Voor iedereen is er bekend en minder bekend werk. Je kunt activiteiten afwisselen of zelf ontwikkelen en je eigen werktempo bepalen. Een deel van de tuin heeft al een bestemming, maar er is ook een onbewerkt deel: grond die rustig afwacht wat er op haar afkomt.