Artikelen
Astrologie en gezondheid

Hippocrates en de vier temperamenten

Voor de klassiek werkende astroloog is kennis van de vier temperamenten eigenlijk onontbeerlijk. Ben je daarentegen niet thuis in de astrologie, dan kan het toch interessant zijn om te lezen hoe men in vroegere tijden over die temperamenten dacht.

Voor de klassiek werkende astroloog is kennis van de vier temperamenten eigenlijk onontbeerlijk. Ben je daarentegen niet thuis in de astrologie, dan kan het toch interessant zijn om te lezen hoe men in vroegere tijden over die temperamenten dacht.

Hippocrates (ca. 400 voor Christus) wordt wel de vader van de moderne geneeskunde genoemd.
Hij was, in de westerse wereld, een van de eersten die op basis van lichamelijke symptomen een diagnose kon stellen en, aan de hand daarvan, een bepaalde therapie voorschreef. Hij haalde geneeskunde daarmee uit de sfeer van tovenarij of godsdienst.

Vier elementen
Kennis van de vier temperamenten kan echter niet aan Hippocrates toegeschreven worden. Hippocrates borduurde op dit punt voort op het werk van Empedocles (ca. 460 voor Christus), die naast arts ook staatsman en filosoof was.
Volgens Empedocles bestond alles uit een mix van de vier eeuwige elementen, te weten: vuur, lucht, aarde en water. Hij verdeelde die vier elementen in twee paren met tegengestelde en overlappende kwaliteiten. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar het komt op het volgende neer: aan het element vuur en lucht kende hij warme / hete kwaliteiten toe. Daarmee overlappen vuur en lucht elkaar. Tegelijkertijd zijn de andere kwaliteiten die bij vuur en lucht horen, namelijk ‘droog’ en ‘nat’, tegengesteld aan elkaar.

Achter deze opvatting schuilen meerdere, diepere theorieën. Lucht bijvoorbeeld, voedt vuur. Vuur kan niet bestaan zonder lucht, et cetera.
We gaan hier nu niet dieper op in, want voor het verkrijgen van inzicht in wat de temperamenten behelzen, hebben we op dit moment hier voldoende aan.

Onderstaand overzichtje toont je hoe de vier elementen samenhangen:

  Heet Koud Droog Nat
Vuur X   X  
Lucht X     X
Aarde   X X  
Water   X   X

Vier humores
Zoals gezegd, Hippocrates werkte de visie van Empedocles verder uit. Hippocrates koppelde wat destijds de ‘humores’ werden genoemd (de menselijke basissappen), aan de elementen van  Empedocles.

Hippocrates deelde de basissappen, de humores, als volgt in: bloed (sanguis), gele gal (chole), zwarte gal (melanchole) en slijm (flegma).
Het woord ‘humores’ ligt erg dicht bij ‘humeur’ en bij ‘humor’. Het is dus niet ondenkbaar dat de term ‘zwartgallige humor’ terug te voeren valt op de humores van Hippocrates.

Hippocrates veronderstelde dat die humores verantwoordelijk waren voor het lichamelijke én geestelijke functioneren van de mens. Het lichaamssap / de humor gele gal koppelde Hippocrates aan het element vuur, bloed aan het element lucht, zwarte gal aan het element aarde en slijm aan het element water.

    Heet Koud Droog Nat
Gele gal Vuur X   X  
Bloed Lucht X     X
Zwarte gal Aarde   X X  
Slijm Water   X   X

 

Gele gal: vuur, heet en droog (temperament: het cholerische type)

Wanneer iemands ziektesymptomen terug te voeren waren op een teveel aan gele gal, dan zag Hippocrates hierin een aanwijzing voor een teveel aan vuur – en daarmee aan een te veel aan hitte en droogte. Volgens Hippocrates behoorde men dan tot het ‘cholerische type’.
Mensen die tot dit type behoren zijn in de regel wat kleiner dan gemiddeld. Althans, voor wat in een bepaalde cultuur of landstreek de norm is. Het postuur van het cholerische type is gespierd en, door de bank genomen, goed qua verhoudingen. Men heeft een energiek voor­komen, een ferme tred en een heldere blik.

Overmatig bloed: lucht, heet en nat (temperament: het sanguinische type)

Hadden de ziektesymptomen te maken met een teveel aan bloed, dan zag hij hierin een aanwijzing voor een teveel aan lucht endaarmee een teveel aan hitte en vocht. Men was duidelijk een ‘sanguinisch type’, volgens Hippocrates.
Dit type is wat langer dan gemiddeld en zit qua postuur tussen slank en volslank of ‘gezet’. De sanguinische mens heeft een enigszins verende tred, heeft een jeugdige uitstraling. Ze ‘praten met hun handen’ en hebben in de regel een vriendelijke en speelse blik.

Zwarte gal: aarde, koud en droog (temperament: het melancholische type)

Wanneer iemands ziektesymptomen wezen op een teveel aan zwarte gal, dan koppelde Hippocrates dit aan een teveel aan aarde en een teveel aan koude en droogte. Men was dan een ‘melancholisch type’.
Dit type is over het algemeen wat aan de slanke kant (maar dat kan op latere leeftijd veranderen). Men heeft een gemiddelde lengte, maar ook dit is weer  afhankelijk van de plaats op aarde waar men geboren is. Het melancholische type zou een wat vermoeid ogende (soms droevige) blik hebben, en een trage manier van voortbewegen waarbij het hoofd vaak wat naar beneden is gericht.

Teveel slijm: water, koud en nat (temperament: het flegmatische type)

Was er sprake van te veel slijm, dan zag Hippocrates hierin een aanwijzing voor een teveel aan water, en dus voor een teveel aan kou en vocht. Men behoorde in dat geval tot het ‘flegmatische type’.
Aan het uiterlijk van het flegmatische type is doorgaans niet goed af te lezen met wat voor een persoonlijkheid je te maken hebt. De gestalte is vaak kleiner dan gemiddeld, men heeft een bleke huid en enigszins vormeloze gelaatstrekken. Het flegmatische type is in de regel ‘goed gevuld’ en neigt daarmee naar zwaarlijvigheid. De tred is wat sloffend (soms waggelend). De oogopslag is een mengelmoes van ‘vriendelijk vragend’ tot ‘afstandelijk observerend’.

astrologie

Vier horoscooptekens
Hippocrates stelde zich op het standpunt dat indien een arts niet ook astroloog was, hij geen goede arts kon zijn. Hippocrates zelf baseerde zijn diagnoses namelijk mede op de horoscoop van zijn cliënten.

De horoscoop kent dierenriemen, gekoppeld aan kenmerken van de elementen:

Vuurtekens Ram Leeuw Boogschutter
Luchttekens Tweelingen Weegschaal Waterman
Aardetekens Stier Maagd Steenbok
Watertekens Kreeft Schorpioen Vissen

Een horoscoop laat zien in welke tekens de diverse planeten staan. Een horoscoop waarbij de meeste planeten zich in de vuurtekens bevonden, was voor Hippocrates een indicatie dat zijn cliënt weleens tot het ‘cholerische type’ zou kunnen behoren. De ziekte-symptomen hadden dan waarschijnlijk te maken met een teveel aan vuur (hitte, droogte) en daarmee een teveel aan gele gal.

astrologieDe diagram op de volgende pagina laat zien hoe dit is ingedeeld. Je ziet ook dat er planeten zijn die van nature meer affiniteit met bepaalde elementen (en seizoenen) hebben.

·    De zon en Mars zijn gekoppeld aan het element vuur.
·    Jupiter is gekoppeld aan het element lucht.
·    Saturnus is gekoppeld aan het element aarde.
·    De maan en Venus zijn gekoppeld aan het element water.
·    Mercurius wordt doorgaans gekoppeld aan het element aarde, maar deze planeet heeft een wisselende invloed en daarom staat hij in het midden van dit overzicht.

Dit systeem verschafte Hippocrates de basis van waaruit hij een behandelplan kon opstellen.

In onbruik geraakt?
Therapeuten die zich bezighouden met traditionele medische astrologie spreken niet zo vaak meer over ‘de elementen’ of over 'de temperamenten', maar vooral over 'de humores’.
Daarmee maken ze duidelijk dat ze het hebben over specifieke kernwaarden (heet, koud, droog en nat) die verantwoordelijk zijn voor onze lichamelijke balans en/of disbalans.astrologie

Tegenwoordig gebruiken we deze temperamenten-terminologie sowieso niet zo heel vaak meer. Als we ze al gebruiken, dan is het om – kort door de bocht – aan te geven dat iemand een hittepetit is (vuur, de cholericus), een zorgeloze optimist (lucht, de sanguinicus), een somberman (aarde, de melancholicus) of een dromerige slaapwandelaar (water, de flegmaticus).

De astroloog die zich niet toelegt op medische astrologie gebruikt de temperamenten, naast nog een heleboel andere zaken, voornamelijk voor het in kaart brengen van iemands karakter en gedrevenheden.


Willem Simmers,
NLP / hypnotherapeut en astroloog
w.g.simmers@ziggo.nl

De eed van Hippocrates

De invloed van Hippocrates was en is groot. Tot op de dag van vandaag dient de aankomend arts, alvorens hij of zij het diploma in ontvangst mag nemen, nog steeds de z.g. ‘eed van Hippocrates’ af te leggen. Met de eed verplichten artsen zich om bepaalde beroepsregels na te leven.